Er zijn heel wat onzekerheden in deze wereld maar ook een deel zekerheden. Als mens moeten wij die te weten komen en erkennen dat wij in onze beperktheid van bestaan en denken het geen zin heeft om eigen goden te scheppen in de hoop dat dezen ons ter wille zouden komen.
Het probleem met veel mensen is dat ze een illusie God creëerden, waardoor Hij er net als een andere man uitziet. Ze hebben zichzelf een of meerdere goden gemaakt, waarbij hun god voor ogen als persoon bekleed met scheldwoorden krachtige, liefdevolle, rechtvaardige, angst-inspirerende woorden zich uit en almachtig is. De mens zal echter moeten inzien dat hij moet afstappen van het creëren van een door de mens veroorzaakte beelden en dat Hij moet gaan voor de God waarvan geen beeltenissen mogen gemaakt worden.
“Maak geen godenbeelden van iets wat in de lucht, op de aarde of in het water onder de aarde is.” (Exodus 20:4 BasicBijbel)
In zijn boek De toekomst van een illusie, wijst Sigmund Freud erop
"Religie bestaat uit een systeem van wenselijke illusies samen met een ontkenning van de werkelijkheid."
Met andere woorden hebben we een aangeboren neiging om zoals onze behoeften het nodig achten of uitvinden, de specifieke God samen te stellen. Ironisch genoeg is dit precies waar het tweede gebod tegen fulmineert. Een paradox ligt in het hart van de vraag van de bevrager. Hoe meer je beweert God te kennen en probeert om zijn natuur af te bakenen hoe minder kans je hebt de 'bull's eye' te treffen.
We moeten oppassen niet opgesloten te worden in 's werelds denkbare ideeën van godheden of we moeten alles doen om te ontsnappen uit deze impasse door ons denken opnieuw tot oriëntatielopen te brengen.
Sommigen zullen zeggen
Geloof is niet de progressieve opgravingen van Gods natuur, maar een erkenning dat hij / zij fundamenteel onkenbaar is.
Ze vergeten dat God Zelf Zijn Woord heeft gegeven om ertoe te komen om Hem te leren kennen. Hij voorziet alle middelen om de waarheid, harmonie en Hem te vinden en om meer over Hem, Zijn intenties en Zijn volk te weten te komen.
Jan Van Ruusbroec, de 14e eeuwse Augustijner en de man van gebed, ook "de Wonderbare" genoemd, schreef
"God is onmetelijk en onbegrijpelijk, onbereikbaar en ondoorgrondelijk".
Johannes van het Kruis, een van de pijlers van de westerse mystiek, weet het nog beknopter uit te drukken:
"Als een man wil zeker zijn van de weg die hij reist, moet hij zijn ogen sluiten en lopen in het donker."
Voorzeker dat de wereld al vele eeuwen in het donker loopt en het wordt steeds meer hoog tijd om in het licht te komen. Licht gegeven door de Hoogste majesteit Zelf.
Velen zijn stuurloos in een zee van onzekerheid. Alle oude rekwisieten van een vader God heeft het gebed als samenspraak met een persoonlijke godheid en het geloof als een duidelijke instemming met een set van credale formuleringen gedeconstrueerd en verlaten.
Reactie schrijven